Download De Spil App

Bewonersafspraken

Bewonersafspraken van VvE De Laatste Hendrik

Bewonersafspraken van VvE De Laatste Hendrik
Hieronder volgt een overzicht van de bewonersafspraken op grond van de splitsingsakte. Dit overzicht is samenvattend van aard. Voor een volledig overzicht en precieze omschrijvingen van de regels kunt u de splitsingsakte doornemen. De bedoeling van dit overzicht is dat u de belangrijkste afspraken die reeds gemaakt zijn met betrekking tot het gebruik van de gemeenschappelijke gedeelten en/of zaken en de privé gedeelten nog eens duidelijk op een rij heeft.
A. Iedere eigenaar en gebruiker heeft het gebruik van de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken volgens de bestemming daarvan. Hij mag geen inbreuk maken op het recht van mede gebruik van de andere eigenaars en gebruikers. (zie artikel 11 splitsingsakte)
B. Iedere eigenaar en gebruiker is verplicht zich te onthouden van luidruchtigheid, het onnodig verblijf in de gemeenschappelijke gedeelten voor zover deze gedeelten niet voor het verblijf voor korte of lange tijd bestemd zijn, en het plaatsen van voertuigen of andere voorwerpen op plaatsen die hiervoor niet zijn bestemd. NB: De ALV kan besluiten voor deze handelingen toestemming te verlenen of kan besluiten een verleende toestemming in te trekken. (zie art. 12.1)
C. De wanden en/of plafonds van de gemeenschappelijke ruimten mogen niet worden gebruikt voor het ophangen van schilderijen of andere voorwerpen, en het aanbrengen van decoraties en dergelijke. NB: De ALV kan besluiten voor deze handelingen toestemming te verlenen of kan besluiten een verleende toestemming in te trekken. (zie art. 12.2)
D. Iedere op-, aan- of onderbouw zonder toestemming van de ALV is verboden. Het is tevens verboden op enigerlei wijze de gemeenschappelijke ruimten alsmede de vluchtwegen middels het plaatsen van voorwerpen of obstakels te blokkeren. Daaronder zijn begrepen fietsen, vuilniszakken en (verplaatsbare) bloembakken. (zie art. 13.1)
E. Het aanbrengen aan de buiten zijde van naamborden, reclameaanduidingen, uithangborden, zonneschermen en/of andere antennes en alarminstallaties, en in het algemeen van uitstekende voorwerpen, alsmede het hangen van wasgoed aan de buitenzijde van het gebouw mag slechts geschieden met toestemming van de ALV. (zie art. 13.2)
F. Wind en/of buitenzonwering zullen uitsluitend volgens daartoe door de vergadering gestelde normen en regels (constructie, materiaal en kleur), mogen worden aangebracht. Iedereen is gehouden de zonwering behoorlijk te onderhouden. (zie art. 13.2)
G. Rolluiken zullen uitsluitend volgens daartoe door de ALV gestelde normen en regels (constructie, materiaal en kleur) mogen worden aangebracht. (zie art. 13.2)
H. De bij de desbetreffende appartementsrechten behorende buitenruimten zullen uitsluitend als zodanig mogen worden gebruikt; hierop zal nimmer een belasting aan plantenbakken, aarde en dergelijke mogen worden aangebracht, waarvan men redelijkerwijs kan verwachten dat na volgroeiing alsnog het draagvermogen worden overschreden of dat die beplantingen dusdanig uitgroeien dat de lichtopbrengst voor de belendende privé gedeelten niet meer optimaal is.
(zie 13.2)
I. Er mag zonder toestemming van de ALV geen verandering in het gebouw worden aangebracht, waardoor het architectonisch uiterlijk of de contructie ervan gewijzigd zou worden. (zie art. 14)
J. Iedere eigenaar en gebruiker is tegenover de andere eigenaars en gebruikers aansprakelijk voor de schade toegebracht aan de gemeenschappelijke gedeelten en/of gemeenschappelijke zaken en voor onredelijke hinder voor zover deze schade of hinder kan worden toegerekend aan hemzelf of zijn huisgenoten of aan zijn personeel en is hij verplicht voor zover dit redelijk is, maatregelen te nemen of te dulden die de strekking hebben bedoelde schade te voorkomen. (zie art. 16)
K. Iedere eigenaar en gebruiker is verplicht het gebruik van het privé gedeelte te gebruiken overeenkomstig de bestemming. Dit betekent dat de woonruimte als woonruimte gebruikt moet worden, de berging als berging en de parkeerplaats als parkeerplaats.
Het is niet toegestaan:
a. in de appartementrechten/woning handel, nering of bedrijf uit te oefenen of te doen uit oefenen noch een beroep, dat in strijd is met de goede zeden, waaronder eveneens wordt verstaan het gelegenheid geven tot het beroepsmatig uitoefenen of doen uitoefenen van het gokspel.
b. in de bergingen brandgevaarlijke en/of explosieve stoffen op te slaan of doen opslaan.
De ALV kan toestemming verlenen (en deze weer intrekken) voor een gebruik dat afwijkt van de bestemming. (zie art. 17.4)
L. Min of meer harde vloerbedekking, zoals parket, plavuizen, marmer en dergelijke is uitsluitend toegestaan wanneer het aanbrengen op deskundige wijze zal geschieden met een zogenaamde “zwevende vloer”, zodat deze vloerbedekking niet rechtstreeks in contact staat met de ondervloer of de wanden en geen hinder kan ontstaan voor de overige eigenaren en/of gebruikers van het gebouw. (zie art. 17.5)
M. Niemand mag een open vuur/haardinstallatie aanleggen in zijn appartement. Van dit verbod mag nooit worden afgeweken, zelfs niet bij unanimiteit van stemmen bij de ALV. (zie art. 17.6)
N. Het deponeren en opslaan van huisvuil op de balkons en terrassen is niet toegestaan. (Zie art. 17.7)
O. Iedere eigenaar en gebruiker is verplicht zijn privé gedeelte behoorlijk te onderhouden. Tot dat onderhoud behoort met name schilder-, behang-, en tegelwerk, het onderhoud van de plafonds, de afwerklagen van vloeren, van het stucwerk en van deuren en ramen (waaronder begrepen de reparatie en vervanging van hang en sluitwerk), het schoonhouden en ontstoppen van alle sanitair en leidingen (met uitzondering van de gemeenschappelijke leidingen), en het schilderwerk van radiatoren. Voorts moet iedereen de deuren en raamkozijnen met glas die zijden die zich in gesloten toestand in het privé gedeelte bevinden behoorlijk onderhouden voor zover dit geen vernieuwing betreft. (zie art. 18.1)
P. Iedere eigenaar en gebruiker is verplicht de nodige zorgvuldigheid in acht te nemen met betrekking tot de gemeenschappelijke gedeelten en/of de gemeenschappelijke zaken, ook wanneer die zaken zich in zijn privé gedeelte bevinden. Iedere eigenaar en gebruiker dient er voor te zorgen dat de gemeenschappelijke gedeelten en/of de gemeenschappelijke zaken te allen tijde goed bereikbaar zijn. (zie art. 18.2)
Q. Iedere eigenaar en gebruiker is verplicht zijn toestemming en medewerking te verlenen, indien voor het verrichten van een handeling m.b.t. de gemeenschappelijke gedeelten en/of de gemeenschappelijke zaken de toegang tot of het gebruik van een privé gedeelte naar het oordeel van het bestuur noodzakelijk is. Eventuele schade die hieruit voortvloeit wordt door de vereniging vergoed. (zie art. 18.3)
R. Iedere eigenaar en gebruiker is verplicht het bestuur onmiddellijk te waarschuwen en de nodige maatregelen te nemen in het geval dat in een privé gedeelte belangrijke schade is ontstaan of dreigt te ontstaan of gevaar dreigt voor ernstige hinder van de andere eigenaars en gebruikers. (zie art. 18.5)
S. Iedere eigenaar en gebruiker is verplicht de gemeenschappelijke technische installaties te gedogen, ook die welke later met toestemming of krachtens besluit van de ALV zijn aangebracht. (zie art. 19)
T. Het voortbrengen van geuren, muziek en geluiden die een onredelijke hinder veroorzaken is verboden. (zie art. 20)
U. De eigenaar en gebruiker die recht heeft op het gebruik van een privé gedeelte, voor zover bestemd tot tuin, is verplicht deze voor zijn rekening als tuin aan te leggen en te onderhouden met inachtneming van de besluiten van de vergadering. Hieronder is begrepen het onderhouden en zonodig vernieuwen van erfafscheidingen en schuren. (zie art. 22.1)
V. Titel 4 van Boek 5 van het Burgerlijk wetboek is op de eigenaars en gebruikers van toepassing. Een van de bepalingen uit deze titel is art. 37. Dit artikel luidt: “De eigenaar van een erf mag niet in een mate of op een wijze die volgens artikel 162 van Boek 6 onrechtmatig is, aan eigenaars van andere erven hinder toebrengen zoals door het verspreiden van rumoer, trillingen, stank, rook of gassen, door het onthouden van licht of lucht of door het ontnemen van steun. (zie art. 22.2)
W. Het is niet geoorloofd zonder toestemming van de ALV opgaand hout in de tuin te hebben, waardoor het uitzicht van de andere eigenaars of gebruikers en het ontvangen van licht en lucht door de ramen en openingen van de gebouwen zouden worden belemmerd. Evenmin is het geoorloofd zonder deze toestemming auto´s, caravans, boten, trailers, tenten en dergelijke in de tuin te plaatsen. De vergadering kan een reeds verleende toestemming intrekken. (zie art. 22.3 en 22.5)
X. Het is evenmin zonder toestemming van de vergadering geoorloofd tegen de muren planten of heesters te laten opgroeien tot voorbij vijftig centimeter beneden het laagste raamkozijn van de eerste verdieping van de gebouwen. De vergadering kan een reeds verleende toestemming intrekken. (Zie art. 22.4 en 22.5)
Y. Een eigenaar kan zijn privé gedeelte met inbegrip van de gemeenschappelijke gedeelten aan een ander in gebruik geven. Hij dient er dan wel voor te zorgen dat die ander het gebruik slechts krijgt na ondertekening van en afgifte aan het bestuur van een verklaring dat hij de regels vastgelegd in de splitsingsakte en eventuele andere in de ALV overeengekomen regels zal naleven. (zie art. 24.1) NB: Voor Ymere is als eigenaar en woningcorporatie een andere regeling opgenomen in de splitsingsakte.
Z. Een eigenaar dient bij een voorgenomen vervreemding van zijn appartementsrecht het bestuur of de administratief beheerder in kennis te stellen van het tijdstip van vervreemding onder opgave van de naam van de nieuwe eigenaar. Het bericht van vervreemding dient tenminste 4 weken voor de juridische levering aan de administratief beheerder verzonden te worden. (zie art. 27.10)
AA. De appartementseigenaars van de appartementsrechten aangegeven met nummer A-36, A-27, A-28, A-29 en A-30 zijn als bezwaarde erven verplicht te gedogen dat van hun dakterras gebruik wordt gemaakt als noodweg. Deze eigenaars zijn verplicht er voor te zorgen dat het gebruik als noodweg op geen enkele wijze belemmerd of verhinderd wordt, ook niet door het plaatsen van hoge afscheidingen en/of zware voorwerpen. (zie art. 45)